Aantekeningen |
- Als jongste van negen kinderen werd Freek van der
- Kaaden op 12 december 1910 geboren op de boer-
- derij van zijn ouders Gerrit van der Kaaden en
- Adriane Zwarts. Deze boerderij met land eromheen
- stond toentertijd op het grensgebied van de Bonfut-
- Wildersekade. De boerderij met zijn bewoners
- behoorde geografisch gezien tot de gemeente
- Rotterdam-Schiebroek. Nu resten hier slechts de
- overblijfselen van het voormalig woonhuis. Na zijn
- lagere schooltijd op de Gereformeerde school in
- Berkel en Rodenrijs ging Freek eerst werken bij zijn
- vader. Voor de jonge Freek was het hard werken,
- maar dat vond hij niet erg. Als het in de zomertijd
- warm was kon hij zich botvieren op een van zijn lief-
- hebberijen zoals zwemmen in de omiiggende tochten.
- Als in de winter dezelfde tochten bevroren waren,
- bond hij de schaatsen onder om er op uit te trekken.
- In die tijd was hij ook lid van de knapen- en jongelin-
- gen- vereniging van Berkel en Rodenrijs. Toen hij er
- de leeftijd voor had behaalde hij zowel zijn klein als
- groot rijbewijs. Met het behalen van het groot
- rijbewijs ging er ook meteen een wens voor hem in
- vervulling. Hiermee kon hij chauffeur op een vracht-
- auto worden en stilletjes droomde hij er van eens zelf
- een bedrijf met vrachtvervoer te beginnen. Ondanks
- de vele wensen die hij toen had bleef hij een een-
- voudige en sociaal bewogen man. Hij had veel
- vrienden. Een van hen was Coen Rozendaal. Als hoofd
- van de knokploeg Purmerend zou deze op 16 juli
- 1944, na verraad, door de Duitsers in de duinen van
- Bloemendaal worden doodgeschoten. Toch zou het
- optrekken met zijn vrienden op een gegeven moment
- sterk afnemen. De oorzaak hiervan lag besloten in het
- feit dat Freek een meisje, Catharina van der Ven, had
- leren kennen met wie hij later zou trouwen. Het jonge
- paar ging wonen aan de Zuidersingel. Daar kregen ze
- zes kinderen, drie zoons en drie dochters. Zijn gezin
- was zijn alles. Toch zou het Catharina en Freek niet
- beletten, als ze daarvoor tijdens de oorlogsjaren een
- verzoek kregen, onderduikers bij zich in huis op te
- nemen. Deze onderduikers waren op de vlucht voor
- tewerkstelling in Duitsland of zoals in het geval van
- de joden, voor deportatie naar de vernietigingskam-
- pen. Ook van deze laatste groepering werden er
- enkele liefdevol opgevangen in huize Van der Kaaden.
- Soms was het voor slechts een nacht. De volgende
- dag bracht Freek ze weer verder naar een ander
- onderduikadres. Met toestemming en met vergunning
- van de Duitsers ondernam hij met enkele vrienden
- ook hongertochten naar Friesland. Over dergelijk
- soort zaken was hij tegenover zijn vrouw meestal een
- gesloten persoon. Waarschijniijk had dit te maken
- met zijn zijdelingse betrokkenheid met het verzet.
- Voor het verzet was hij erop uit getrokken om accu's
- te kraken waar ze op dat moment zo om verlegen
- zaten. In Oude Leede, waar hij ze zou halen, werd hij
- opgewacht door Nederlandse landwachters. Na
- beschoten te zijn viel Freek ter aarde en werd
- zwaargewond naar een ziekenhuis in Delft gebracht.
- Daar bezweek hij op 13 januari 1945 aan zijn
- verwondingen. Van een zwager hoorde zijn vrouw de
- volgende dag dat Freek was overleden. Zeifs op de
- dag van zijn begrafenis liet de bezetter hem niet met
- rust. In Pijnacker aangekomen werd de koets met het
- stoffelijk overschot van Freek aangehouden voor een
- misplaatste controle. Uiteindelijk kon de begrafenis,
- mede door een razzia die dat moment plaatsvond in
- Berkel en Rodenrijs, pas drie uur later plaatsvinden.
- Door zijn broers werd hij op 20 januari 1945 ten grave
- gedragen op het kerkhof van de Nederlands
- Hervormde Kerk in Berkel en Rodenrijs. Voor zijn
- familie en voor een ieder die hem had gekend, een
- grote leegte achterlatend.
- Op 14 September 1965 werd Freek herbegraven op
- het ereveld van oorlogsslachtoffers op de algemene
- begraafplaats aan de Ds. Van Koetsveldstraat.
|