6. | Willem Pietersz Moerman is geboren in 1571 in Blankenberge, Vlaanderen (zoon van Pieter Moerman en Mrs Pieter Moerman); is gestorven in 1648 in Blanckenburg (ZH), Zuid-Holland. Aantekeningen:
De familienaam "Moerman" is in het Zuidwesten van Zuid-Holland een algemeen voorkomende naam.
De naam "Moerman" duidt oorspronkelijk op het beroep van vervener, d.w.z een veen- of turfwerker. Moer is veengrond, moeras en vele plaatsnamen in Nederland herinneren daaraan. Denk aan Moerdijk of Moerkapelle. In Vlaanderen kunnen worden genoem d Moerkerke, Moeren of Moerzeke.
Het veen, moer genaamd, werd afgegraven (moeren genoemd), verbrand en de zoutrijke as met water vermengd.Na enige bewerkingen bleef het zout over. Zout was in de Middeleeuwen kostbaar en veel gevraagd voor het conserveren van vis en vlees. De zout bereiding uit moerasturf geschiedde in ons land tot in de 16e eeuw.
Aan het eind van de 13e eeuw komen in Vlaanderen voor het eerst familienamen voor die op -man eindigen. In het land van Waas, tussen Zeeuws-Vlaanderen en antwerpen komt in het jaar 1295 de naam Moerman al voor
In de eerste helft van de 16e eeuw was het gebied tussen Maassluis en Brielle één grote watervlakte met vele ondiepten, die met laag water droog kwamen te liggen. De Vlaardingse vogelaars, te weten vader en zoon Bisdommer, waren de eerste pioniers , die de (letterlijke tekst) "rugge en ofte slicke voor Swartewaale.......twelcke van nu voortaan genaemtt zal werden Roosenburch" in 1586 in pacht verwierven en zich verplichtten het te bedijken. Dit gebied werd de kern van het latere poldergebie d Oud-Rozenburg.
Ten westen daarvan werd de polder Blankenburg bedijkt. Dit moet zijn gedaan door Willem Pieterszoon Moerman, geboren omstreeks 1573, vermoedelijk te Blankenberge in Vlaanderen. Hij was gevlucht "voor de Spanjaarden???" en kwam in holland aa n na zich vermoedelijk korte tijd in sluis (Zeeuws Vlaanderen) te hebben opgehouden. Het trouwboek van het dorp Portugaal vermeldt: "Willem Pietersz. van Blankenbergen met Maritgen Rokus van Hoogvlyet zijn na drye kerckelijke proclamatien getrou t in Portugaal A° 1605"
In het gemeente archief van Maassluis is een aantekening van 1774, van Samuel Moerman dat zegt, dat door Moerman de eerste woning op het eiland Blankenburg is gebouwd. Waarschijnlijk heeft Willem Pietersz Moerman direct na zijn huwelijk zich op he t onbewoonde eiland gevestigd en het eiland de naam Blankenbe(u)rg gegeven, dus genaamd naar zijn plaats van herkomst "Blankenberge". Zijn huis bevond zich ongeveer op de plaats waar nu "A° 2000" de chemische industrie ICI is gevestigd.
Willem Pietersz Moerman liet in 1621 bij notaris Johan Dwinglo te Vlaardingen een uitvoerig testament opmaken. Daaruit blijkt dat hij tot de zeer welgestelden behoorde.
Na de dood van MAritgen Rokusdr Lems hertrouwde hij in 1621 te Pernis met Neeltje Jansdr Block. In 1648 overleed Willem Pietersz. Een notariele akte opgemaakt 3 juli 1652 te Maassluis vermeldt het aantal in leven zijnde kinderen uit beide huwelijk en.
Willem Pietersz Moerman liet een rouwbord schilderen, voorzien van zijn familiewapen en dat van zijn tweede vrouw en met een tekst op rijm over zijn afkomst. Na zijn dood is het opgehangen in de kerk van Zwartewaal.
De tekst luidt:
kop:
AanDagtige OverDenkinge Over Mijn Wedervaren in Deze Bedroefde Lijdende en Strijdende Weerelt:
vers1.
Als Spaans Freet (wreed) Gespuis Heel Vlaanderen Ging Kwelle
Zoo Dat Geen Leeuw Hem Zoo In T Freetse Mogt Aanstelle
Zoo Heeft Daar Bove Nog ons Honger Zware Plage
Daarbij Nog Zware Pest Schier E Slaage
Ik Die Was Jong Geijaart Moest Vlugten Door Dees Nood
Zegt Mijn Jeugdig Hert Te Vrijije (vrijwaren) Van Den Dood
Ik Ben In Holland Geraakt God Heeft Mij Hier Gegeven
Bevrijd Van Straf En Nood Genoeg Om Wel Te Leven
Mijn Laas Mijn Gans Geslagt Is Door Deez Nood Verdwenen
Dat Nooit Een Straal Daar Van In T Minste Is Verschenen.
vers2.
Iozef Die Was Verkogt En Buitenslans Verdreven
Maar Echter Zijn Geslagt Is In T Ligt Gebleven
Mijn Stam En Afkomst Was Eertijds Genaamt Moorman
Dat Ist Meeste Wat Mij Hier Van Heugen Kan
Terweil Ik Op T Land Mijn Woning Nam Met Zorg
Zoo Kreeg Ik Hier Nogtans De Van Van Blankenburg
Maar OmdatMijn Afkomst Niet Blijve ou Vergeten
Zoo Gaat Men Mij Moerman Van Blankenburg Heeten
God Geeft Dat Ik Moerman Van Blankenburg Sweven
In T Hemels Blankenburg Bij God In Ewigh Leven.
Boven deze tekst bevindt zich een engelenkopje met het opschrift:
"Zoekt dat boven is en niet dat beneden is".
Het wapen van Willem Pietersz. Moerman is gevierendeeld. De kwartieren 1 en 4 in goud een
zwarte vogel, zittend op een groene tak met rode bessen. De kwartieren 2 en 3 in bmin een zilveren burcht en
corresponderen met het wapen van Blankenburg. Het wapen van Neeltje Jans, de tweede vrouw van
Willem Pietersz., bevat een dekkingslijn, waarin drie boven elkaar en aan elkaar verbonden lelieen met
links de letter N en rechts de letter J. Boven de schilden de bekroning met een helmteken,
waarop een vogel. Onder de schilden is een lint aangebracht waarop staat
"Willem Pietersz. Moerman AD XVICXLVIII.
Onder het lint een gedicht, wat hieronder staat, met daarboven op een rand een engelkopje met de
woorden:
"Souckt dat boven is" en een engelkopje eronder met de woorden "Niet wat beneden is"
Willem is getrouwd met Maritgens Rokusdr Lems in 1605 (civil) in Poortugaal. Maritgens (dochter van Rochus Jacobs Lems en Fijchge Pieters) is geboren in 1573 in Poortugaal; is gestorven in 1621 in Blanckenburg (ZH), Zuid-Holland. [Gezinsblad] [Familiekaart]
|